Goed, dus je wilt met een stel enthousiaste mensen toneeloefeningen gaan doen. Dat kan een uitdaging zijn. Veel mensen zijn niet gewend om typetjes te spelen of zich in een serieus karakter te verplaatsen. En ook de emoties en bewegingen die bij een leuk toneelstukje komen kijken worden vaak als gênant of aanstellerig ervaren.
Hoe krijg je jouw spelers zo ver dat ze zich durven te laten gaan en zich veilig voelen op het podium? Daarvoor zijn er gelukkig veel verschillende opwarmoefeningen bedacht door ervaren toneeldocenten. Zulke spellen zorgen voor vertrouwen en groepsbinding, vergroten het theatrale bereik van de deelnemers en zijn een uitstekende voorbereiding voor moeilijk toneelspel of theatersport. Deze oefeningen zijn geschikt voor volwassenen en kinderen.
Geluiden gooien
De spelers staan een kring. De begeleider begint. Hij of zij maakt een geluid, en ‘werpt’ dat met een gooibeweging naar een andere speler in de kring. Die doet of hij het geluid opvangt, en werpt dan een ander geluid naar een derde speler. Je zult merken dat de geluiden steeds gekker worden, waardoor er gelachen wordt en de sfeer snel ontspannener en positiever wordt.
Lopen door vreemde substanties
Laat de spelers ongedwongen door de ruimte lopen, in rechte lijnen. Telkens verandert hun ondergrond. Zoals los zand, een gladde vloer, hete kolen of een halfvol zwembad. De spelers moeten uitbeelden hoe ze daardoor lopen. Deze oefening zorgt dat de spelers beweging durven gebruiken en warmt ze meteen op.
Aanbellen
De spelers staan in een kring, en tussen elke speler zit een onzichtbare deur. Eén voor één bellen alle spelers in een kring bij hun linkerbuurman aan. De aanbellende speler geeft een reden voor het aanbellen (een verloren huisdier, een verkooppraatje voor een refurbished imac 27, een relatieprobleem enz.) en de andere speler reageert hierop. Zo ontstaat er een reeks korte scenes, die de spontaniteit van de deelnemers vergroten.
Moordenaartje
Drie spelers verlaten de ruimte. Het publiek verzint een moordwapen, een locatie en een karakter. Bijvoorbeeld: een mestvork, de sauna, en Sinterklaas. Een vierde speler moet deze suggesties uitbeelden zonder te praten. Hij probeert dan deze suggesties over te brengen aan één van de onwetende spelers. Die beeldt het weer uit aan de volgende, tot alle spelers terug zijn op de vloer. Dan mogen ze vertellen wat zij dachten dat het gekozen moordwapen, de locatie en het karakter was. Hilariteit gegarandeerd!